Waarom versteende tuinen meer zijn dan een smaakkwestie
Steeds meer voortuinen veranderen in een zee van grind, tegels en kunstgras. Het oogt misschien strak en onderhoudsarm, maar deze verstening heeft een directe invloed op het lokale klimaat in jouw straat. Klimatologen zien versteende wijken als kleine hitte-eilanden, waar temperatuur, waterhuishouding en biodiversiteit merkbaar anders zijn dan in groener ingerichte buurten.
Het hitte-eiland in je eigen wijk
Verharde oppervlakken nemen overdag zonnewarmte op en geven die ’s avonds langzaam weer af. Waar bomen en planten koelen door verdamping, doen stenen precies het tegenovergestelde. In een straat met veel versteende tuinen kan de gevoelstemperatuur op warme dagen enkele graden hoger liggen dan in een groene wijk.
Dat merk je aan slapeloze nachten, omdat huizen minder afkoelen, maar ook aan hogere energievraag voor airco’s en ventilatoren. De fysieke belasting voor ouderen, jonge kinderen en mensen met hart- en vaatziekten neemt toe. Zo wordt een individuele keuze voor een onderhoudsarme tuin ineens een factor in de gezondheid van de hele buurt.
Regenwater dat geen plek meer vindt
Nog een effect van verstening is de manier waarop regenwater zich gedraagt. Waar een groene bodem regen opneemt, laten tegels het water direct afstromen. Bij hevige buien kan het riool dat water niet altijd verwerken, wat leidt tot plassen op straat en soms zelfs water in huizen en kelders.
Een enkele versteende tuin lijkt misschien onschuldig, maar als een hele wijk verhardt, verdwijnt een groot oppervlak aan sponswerking. Juist nu we vaker te maken hebben met korte, intense hoosbuien, wordt die sponsfunctie van tuinen belangrijker. Groene tuinen dragen zo bij aan klimaatadaptatie, simpelweg door water vast te houden waar het valt.
Wat er gebeurt met bodemleven en biodiversiteit
Onder tegels is nauwelijks leven mogelijk. Het bodemleven dat organisch materiaal afbreekt, water vasthoudt en de grond luchtig houdt, verdwijnt langzaam. Ook voor insecten, vogels en kleine zoogdieren wordt de wijk minder aantrekkelijk. Minder bloemen betekent minder nectar, minder insecten en uiteindelijk minder voedsel voor hogere dieren in de voedselketen.
Een groene tuin met diverse planten kan juist een mini-ecosysteem vormen. Zelfs een kleine strook gevelgroen of een paar vierkante meter beplanting met inheemse soorten biedt voedsel en schuilplaatsen. Daarmee fungeert elke tuin als schakel in een groter netwerk van natuur in de stad.
Kleine ingrepen die het microklimaat veranderen
Van stenen naar schaduw en spons
Het goede nieuws is dat je met relatief kleine ingrepen het microklimaat in jouw straat al kunt verbeteren. Een paar tegels eruit en planten erin zorgt voor meer schaduw, meer verdamping en een betere opvang van regenwater. Een klimplant tegen de gevel koelt de muur en beschermt tegen directe zoninstraling.
Als meerdere buren meedoen, ontstaat een merkbaar koeler en aangenamer straatbeeld. Zo groeit jouw persoonlijke keuze uit tot een gezamenlijke klimaatoplossing op buurtniveau, precies het schaalniveau waar veel klimaatadaptatie begint.