Begrijpen wat biobased bouwen is
Biobased bouwen is een aanpak waarbij materialen worden gebruikt die afkomstig zijn uit hernieuwbare biologische bronnen. Denk hierbij aan hout, hennep, stro, bamboe of schimmels zoals mycelium. Deze materialen groeien opnieuw aan en hebben vaak een lage milieu-impact. Ze worden gekozen als alternatief voor traditionele materialen zoals beton of staal, die veel CO₂-uitstoot vereisen tijdens productie.
Bij biobased bouwen ligt de nadruk op het vergroenen van de materiaalketen. Dit betekent dat men bewust kiest voor materialen waarvan de productie minder schadelijk is voor het klimaat en het milieu. Omdat deze materialen vaak lokaal kunnen worden geproduceerd, wordt ook de transportimpact geminimaliseerd. Dit draagt bij aan zowel een lagere ecologische voetafdruk als bevordering van biodiversiteit.
De essentie van circulair bouwen
Circulair bouwen gaat een stap verder dan alleen duurzame materialen gebruiken. Het draait hier vooral om het in kringlopen houden van materialen, onderdelen en gebouwen. Een circulair gebouw is ontworpen met hergebruik in gedachten. Elk onderdeel moet later gemakkelijk kunnen worden losgemaakt, aangepast of hergebruikt worden. Hierdoor gaat er minder materiaal verloren, en worden afvalstromen verminderd.
Het concept sluit aan bij de bredere circulaire economie, waarbij afval niet meer bestaat omdat alles een grondstof vormt voor iets anders. Circulair bouwen bevat dus elementen als modulair ontwerp, remontabele constructies en urban mining. In situaties waarbij sloop onvermijdelijk is, worden waardevolle delen van een gebouw geoogst en opnieuw ingezet. Zo blijven grondstoffen zo lang mogelijk in gebruik.
Verschillen en overlaps tussen biobased en circulair bouwen
Hoewel biobased en circulair bouwen beide op duurzaamheid gericht zijn, liggen de accenten verschillend. Biobased bouwen gaat primair over wat je gebruikt: het draait om het type materiaal en de herkomst daarvan. Circulair bouwen daarentegen focust op hoe je iets gebruikt, met oog voor de levenscyclus van materialen en de mogelijkheid tot hergebruik.
De twee benaderingen sluiten elkaar echter niet uit. In feite versterken ze elkaar wanneer juist toegepast. Een biobased materiaal dat vervolgens in een circulair ontwerp wordt geïntegreerd biedt mogelijk het beste van twee werelden: CO₂-opslag én minimalisering van materiaalverlies. In de ideale situatie worden beide strategieën gecombineerd om een gebouw te realiseren dat zowel ecologisch verantwoord als langdurig functioneel is.
Welke aanpak is toekomstbestendiger?
De urgentie van klimaatverandering vraagt om meerdere duurzame oplossingen tegelijk. Daarom is het niet zozeer een kwestie van kiezen tussen biobased of circulair, maar eerder van het slim combineren van beide. Projectontwikkelaars, architecten en beleidsmakers worden dan ook gestimuleerd om beide benaderingen geïntegreerd te benaderen. Zo ontstaat een bouwwereld die ecologisch, economisch en sociaal meer in balans is.